Hoe kies je een geschikte wisser?

Let op "primaire weerstand, secundaire sterkte en tertiaire weerstand"

Momenteel zijn er grofweg twee typen ruitenwissers op de markt. Een daarvan is de traditionele ruitenwisser met intervalstand, die ook de meest gebruikte is. De ruitenwissersnelheid kan in drie tot vier niveaus worden aangepast, afhankelijk van de impact van de regen op het gezichtsveld van de bestuurder; Een ander type is de ruitenwisser met regensensor, die de laatste jaren veel wordt gebruikt in automodellen uit het midden- en hogere segment. De ruitenwisser kan zijn snelheid automatisch aanpassen aan de hoeveelheid regen.

Een goede wisser moet de kenmerken hebben van "eerste weerstand, tweede sterkte en derde weerstand". "Eerste weerstand" verwijst naar corrosieweerstand; "Twee sterk" verwijst naar sterke waterafstotendheid en sterke hechting met de voorruit; "Drie weerstanden" verwijzen naar hittebestendigheid, koudebestendigheid en zuur- en alkalibestendigheid. Tegelijkertijd moeten goede ruitenwissers ook zacht zijn en geen krassen op de voorruit veroorzaken. Om de rijveiligheid te garanderen, wordt bovendien aanbevolen om de ruitenwissers elke 6 maanden tot 1 jaar te vervangen.

Bij het kiezen van een ruitenwisser is de eerste stap het verduidelijken welke specificatie ruitenwisser in uw auto wordt gebruikt en de aansluitmethode van de ruitenwisser. De specificaties kunnen verwijzen naar de autohandleiding, waarin het model van de ruitenwisser duidelijk wordt geïdentificeerd, en de verbindingsmethode hangt vooral af van hoe de steunstang en de tuimelaar van de ruitenwisser zijn aangesloten. Sommige draagarmen zijn met schroeven aan de tuimelaar bevestigd, andere zijn vergrendeld met bolle gespen; Controleer tegelijkertijd of de rubberen strip van de wisser veroudert. De methode is om de wisser omhoog te trekken en deze met uw vingers op de gereinigde rubberen wisser aan te raken. Als blijkt dat de bladen verouderd, verhard of gebarsten zijn of geen elasticiteit hebben, betekent dit dat de wisser niet gekwalificeerd is; Ten tweede is het noodzakelijk om te testen of de wissersnelheid consistent blijft en of er sprake is van ongelijkmatig zwaaien of gemist schrapen van de wissersteunstang. Het is mogelijk om de ruitenwissers in verschillende snelheidsbereiken te testen, vooral om te testen of de ruitenwissers een bepaalde snelheid aanhouden als er in een lage versnelling wordt gewerkt; Controleer ten slotte de wisstatus. Als het contactoppervlak van het rubber niet volledig aan het glasoppervlak kan hechten, wat resulteert in residu na het afvegen of waterstrepen of nevel op het glasoppervlak, geeft dit aan dat de wisser niet gekwalificeerd is.